Joris Linssen is de zanger van de Nederlandstalige mariachi-band Joris Linssen & Caramba, en tv-presentator van onder meer Hello Goodbye en Joris’ Showroom.
Tekst: Machiel Rebergen
Fotografie: Marius Hille Ris Lambers
“Mijn tweede vaderland is Mexico. Toen ik 24 was heb ik bijna vijf maanden in Mexico Stad gewoond, als onderdeel van mijn studie geschiedenis. Ik huurde een zolderkamertje bij een gezin. Daar hadden ze hun rommel staan, waaronder oude elpees en een platenspeler. Als ik ‘s avonds alleen op mijn kamertje zat, draaide ik die platen. Twee ervan nam ik op een cassettebandje op – en dat werd voor ik het wist de soundtrack van mijn coming of age. Daar werd ik mezelf, kun je zeggen. Ik werd stapelverliefd op Mexico. Ik miste het muziek maken met mijn gitaarbandje in Nederland, daarom zat ik veel op de pleinen waar ze mariachi zongen, de Mexicaanse smartlap. Daar zat ik, tussen de Mexicanen, met zo’n bruine zak in mijn hand met een flesje mescal of tequila erin. De warmte van de mensen, de kleuren en geuren, de emoties die altijd dicht aan de oppervlakte liggen. Ik twijfelde toen nog of ik journalist wilde worden of muzikant, en daar besloot ik: allebei. Waarom ook niet? We zijn dertig jaar verder, en ik heb het al die tijd allebei gedaan. Negen jaar na die reis ben ik mariachi in het Nederlands gaan zingen, met mijn band Caramba!”
‘Daar zat ik, tussen de Mexicanen, met zo’n bruine zak in mijn hand met een flesje mescal of tequila erin’
“Deze zomer ben ik weer geweest, met mijn vrouw en twee jongste dochters. Die houden ook van het land. Elke zes jaar ga ik, dit was alweer de achtste keer. Mexicanen zijn makkelijk met contact maken. Je zit op een pleintje te eten. Ze drinken graag bij het eten. Ze beginnen te praten. En dan vertel ik natuurlijk dat ik mariachi zing. Voor je het weet zit ik het voor te zingen – en wat zo leuk is: Mexicanen zingen terug. Het wordt een soort conversatie in liederen. Met lekker veel pathos gezongen. Heerlijk vind ik dat. Gezellig, grappig, emotioneel, warm.”
“De mooiste reis was in 2012, met de band. Intussen wist ik wie mijn helden van het cassettebandje waren: José Alfredo Jiménez en Armando Manzanero. De laatste mochten we ontmoeten. We hebben een van zijn liedjes voor hem gezongen in het Nederlands – een droom. Maar het werd veel gekker: een tv-programma filmde dat, en ze gingen ons volgen. De volgende dag bezochten we het graf van Jiménez om een nummer van hem zingen. Dat is overigens normaal daar; een paar weken geleden was ik er weer, en dan zie je allemaal bandjes bij zijn graf zingen. Toen wij daar waren, was twee jaar daarvoor onze bassist overleden. Na dat liedje bij dat graf barstten wij in huilen uit. Dat bleek groot nieuws in Mexico: vier Hollandse jongens die tranen met tuiten huilden bij het graf. En voor we het wisten stonden we in een stadion voor twintigduizend Mexicanen te spelen… Onvergetelijk.” jorislinssen.nl