Sinds 2004 voert met name de milieubeweging actie via de rechter. Kolencentrales gaan dicht en overheden moeten zich committeren aan bijzonder ambitieuze doelen. Zo’n revolutie uitlokken via de rechter heeft ook een keerzijde. De politiek wordt omzeild en de methode is niet de goedkoopste. Wat gebeurt er bovendien bij een tegenvallend vonnis?
Door Arno Wellens
‘Nederland houdt zich wel aan de Europese wet. Maar die wet is veel te slap om de volksgezondheid te beschermen,’ aldus Anne Knol van Milieudefensie, die de staat heeft gedaagd. Reden: een kwestie van ‘leven en dood’, namelijk het schenden van de mensenrechten. Op 15 november 2017 stuurt Milieudefensie een ronkend persbericht uit, waarin staat dat de beweging bij de rechter gaat strijden voor onze volksgezondheid en die van onze kinderen. Het is een trend die uit de VS is overgewaaid: een maatschappelijk doel wordt via de rechter bevochten, maar daarmee begeven actiegroepen zich op glad ijs. Succes is immers allerminst verzekerd.
Onwenselijk, niet onrechtmatig
Het feit dat beleid – naar het inzicht van die bewegingen – onwenselijk is, maakt het nog niet onrechtmatig. Wat het genoemde persbericht vergeet te melden, is dat Milieudefensie in de zomer van het 2017 al een kortgeding bij de Haagse rechter over precies deze zaak had aangespannen. Dat won Milieudefensie, maar de staat ging in hoger beroep, dat in december 2017 uitliep op een drama want het gerechtshof maakte gehakt van de eerdere uitspraak.
Milieudefensie had setjes met meetapparatuur uitgedeeld aan Amsterdammers, waarbij in meerdere gevallen bleek dat de luchtvervuiling van mensen in de eigen tuin wat aan de hoge kant was. Daarom hadden zich 53 burgers bij de zaak gevoegd, wat het juridisch gezien complex maakte. Bij dit soort luchtvervuiling gaat het vooral om stikstof en fijnstof, met acceptabele normen die in de EU zijn vastgelegd in richtlijnen. In 2010 kwam de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) met een strengere norm en Nederland heeft zich als lid van de VN neergelegd bij de rechtskracht van deze regelgeving.
‘Als duizenden mensen ziek worden van luchtvervuiling en de staat doet niet alles wat hij kan, dan is dat onrechtvaardig, en dus een rechtszaak waard.’
Door de ligging van Nederland, de omvangrijke logistieke sector en het feit dat ons land de tweede exporteur van landbouwproducten van de wereld is (na de VS), is de uitstoot van fijnstof naar westerse maatstaven bijzonder hoog. Een plotseling strakker getrokken norm is daarmee lastig te realiseren voor een overheid. Daarom is er zoiets als derogatie: landen mogen tijdelijk afwijken van de strengere norm en voor Nederland is dat het geval, blijkt uit die uitspraak in december 2017.
Zo actie voeren is een risicovolle en waarschijnlijke kostbare methode. Waarom is Milieudefensie dan zo gebrand om dit via een rechtszaak te doen?
Bram van Liere, medewerker van Milieudefensie: ‘Zo’n rechtszaak is een middel, maar niet het enige. Als duizenden mensen ziek worden van luchtvervuiling en de staat doet niet alles wat hij kan, dan is dat onrechtvaardig, en dus een rechtszaak waard. Het klopt dat een rechtszaak kostbaar is, maar de kosten hebben we via crowdfunding kunnen dekken.’
Haalbare maatregelen
Het is ook niet zo dat de staat luchtvervuiling niet serieus neemt. Sinds 1995 is de uitstoot van fijnstof nagenoeg gehalveerd, van 58 naar 29 miljoen kilo per jaar. In dezelfde tijd is de economie in omvang verdubbeld, wat een forse daling van de zogeheten ‘emissie-intensiteit’ met zich meebrengt: dat is de hoeveelheid milieuvervuiling die nodig is om 1 euro nationaal inkomen te verdienen. Vraagt Milieudefensie de staat dan niet om ijzer met handen te breken?
‘Nee,’ zegt van Liere, ‘als we een eis neerleggen, voegen we concrete, bewezen haalbare maatregelen toe. Wil je vervuiling op snelwegen bij steden echt aanpakken, voer dan net als Stockholm tol in op de snelwegen naar de stad. Het is een keuze voor Nederlandse steden om dit voorbeeld te volgen, of niet. We vragen dus nooit om oplossingen die technisch nog niet mogelijk zijn.’
Tort law in opkomst
Dit soort zaken, waarbij activisten zich tot de rechter wenden, is duidelijk in opkomst. De stijging na 2004 houdt waarschijnlijk verband met 9/11 en orkaan Katrina, die 1500 levens kostte en 22 miljard euro aan schade opleverde. Bij meerdere zaken maakten actievoerders en hun advocaten gebruik van het Amerikaanse ‘tort law’, waarbij men een andere burger of overheid kan aanklagen voor schade. Dat is te vergelijken met de Nederlandse ‘onrechtmatige daad’; als je een verkeersongeval toerekenbaar hebt veroorzaakt, word je ook tot de kosten veroordeeld.
‘Klimaatzaken worden daarom het nieuwe normaal.’
Rechtszaak lang niet altijd een succes
De rechtbank als plek om een sociale revolutie te realiseren is zeker geen onverdeeld succes. Zo blijkt het lastig om de bewijslast van begin tot eind rond te krijgen. Normaal gesproken gebruikt men tort law en de Nederlandse 6:162 (onrechtmatige daad) in zaken tussen een of enkele burgers en bijvoorbeeld een bedrijf of persoon. Het kan dan gaan om verkeersongevallen waarbij de bestuurder dronken was, of een batterij van een telefoon die in de zak van de gebruiker in brand vliegt. De vermeende oorzaak-gevolg- en dader-slachtofferrelaties zijn helder op papier te zetten en voor de rechter nader te verklaren, evenals de onderbouwing van de kosten.
Complexe milieuzaken kennen vaak een veel minder eenduidig resultaat. Niet zelden eindigt een rechtszaak in een hoger beroep. Het circus begint dan weer opnieuw.
Milieudefensie bestrijdt dat het hoger beroep in de zaak voor schonere lucht een teleurstelling is. ‘De staat heeft in hoger beroep weliswaar op een aantal vlakken een overwinning behaald, maar de verplichting van een nieuw actieplan bleef staan. Dat is uitgewerkt en wordt nu nagerekend op effect, en daarover wordt over een maand gerapporteerd. We wachten het in spanning af.’
Daarnaast hebben ze hiermee, aldus Milieudefensie, iets in gang gezet: ‘Ons voorbeeld wordt gevolgd in de buurlanden. In Duitsland zijn staten en steden verantwoordelijk voor lokaal milieubeleid en elke keer dat een ngo een vergelijkbare zaak voert, wint ze het. In Groot-Brittannië heeft Client Earth meerdere zaken gewonnen, waarna zeer vervuilende bedrijven zelfs zijn gesloten.’
Aan tafel met aandeelhouders
Greenpeace lijkt voor een veiliger middel te kiezen. Zo koopt de beweging nu aandelen Shell, waardoor ze voor enkele tientjes een toegangskaartje tot de aandeelhoudersvergadering krijgt. Op de plek waar de beslissingen worden genomen, kan de milieubeweging proberen medestanders te vinden. Nagekomen kosten door verloren rechtszaken bestaan niet en overleg biedt de mogelijkheid om een uitkomst in het midden te bereiken, in plaats van een rechter die een winnaar en een verliezer van een proces aanwijst.
Faiza Oulahsen van Greenpeace erkent de bezwaren van een rechtszaak, maar is er helder over dat het middel zeker niet is afgedankt is. Ze is vooral bekend van haar arrestatie door de Russen in 2013, toen ze op de Poolzee actie voerde tegen olie- en gasboringen onder de ijskap.
‘We wachten het in spanning af’
‘Gerechtelijke procedures gebruiken we nog steeds. Zo heeft Greenpeace de bouw van een kolencentrale in de Eemshaven gewoon kunnen tegenhouden, wat een groot succes is. Achteraf geldt dat overigens ook voor de energiemaatschappij, want die kolen hadden zeker een verlies opgeleverd omdat we van “fossiel” afstappen.
Wel zijn we zeer voorzichtig, voor een ngo is het een kostbaar middel is en als je verliest zit je naast de kosten met een tegenstander die de morele overwinnaar is, want nu heeft [in het geval van Greenpeace, AW] de overheid of een energiemaatschappij het gelijk van de rechter aan haar zijde.’
‘Toch zal je op termijn eerder meer dan minder zaken zien, vooral op het gebied van klimaat. Die zaken zijn bedoeld om partijen te laten stoppen met wat ze doen, bijvoorbeeld meer CO2 uitstoten, of om schade te compenseren. Naarmate het klimaatprobleem urgenter wordt, hebben mensen er meer last van – denk aan eilandstaten waar het water de mensen letterlijk tot aan de lippen staat. Die stoppen dus niet. Klimaatzaken worden daarom het nieuwe normaal.’
Bekendste Nederlandse klimaatzaak
De bekendste klimaatzaak van Nederland is die van Urgenda tegen, wederom, de staat. De beweging van Marianne Minnesma werd wereldberoemd. Toen een rechtszaak om meer actie voor het klimaat in 2015 werd gewonnen, schreef Huffington Post triomfantelijk: ‘If your government isn’t doing enough, sue them!’
Bij deze zaak en het hoger beroep is haast geboden, want in het vonnis staat dat de overheid een reductie van de uitstoot moet hebben gerealiseerd in het jaar 2020.
Heeft het nut?
De overheid heeft een dossier op haar website geplaatst met onder meer de pleitnota’s voor dat hoger beroep. Het belang van bescherming van het leefmilieu wordt op zich niet betwist. Wel zet de regering vraagtekens bij het nut van het gevorderde. De rechtbank heeft met de uitspraak de staat een rechtsplicht laten aannemen jegens Stichting Urgenda om eind 2020 de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen met 25 % te reduceren ten opzichte van 1990. De regering had de intentie uitgesproken om die mijlpaal in 2030 te halen.
Uit dat dossier blijkt dat de temperatuur op aarde 0.000045 graden Celsius lager zou zijn, mocht Nederland het door Urgenda gestelde doel bereiken. Dat komt onder meer door de beperkte omvang van de Nederlandse economie, in vergelijking met landen als China en de VS.
Marjan Minnesma vertelt desgevraagd dat deze rechtszaak een flinke inzet vergde van Urgenda. Het proces kostte meerdere advocaten maanden aan voorbereiding en dat had ook een aanzienlijk effect op hun praktijken. Ze benadrukt dat we Urgenda niet in het rijtje van Greenpeace en Milieudefensie moeten zien, ook al is er overlap in de doelstellingen en methoden: ‘Urgenda is er om duurzame economische ontwikkeling te stimuleren. Zo helpen wij je om je huis klimaatneutraal te maken, tegen een vast afgesproken bedrag. Ben je op een paar honderd euro na niet uit de kosten, dankzij energiebesparing? Dan zorgen wij dat je extra zonnepanelen krijgt en dan is het probleem opgelost. Wie doet dat verder nou in Nederland? Dat is geen actie voeren maar ondernemend de wereld verbeteren.’
‘Alleen ligt de uitstoot nu precies op het niveau van 1990, dus het halen van een kwart of zelfs 40 % minder CO2 ligt niet voor de hand’
Of het doel – een kwart minder CO2 ten opzichte van 1990 – gehaald gaat worden, is maar de vraag. De uitstoot wordt op verschillende manieren gemeten, maar als we alle vormen van uitstoot die de database van het CBS meet, optellen, komen we op 163 miljoen ton aan CO2 in het jaar 1990. Dat betreft dus huishoudens, vervoer en industrie. In 2009 lag dat cijfer zo’n tien procent hoger.
Het afgelopen decennium is er dus vooruitgang geboekt. Alleen ligt de uitstoot nu precies op het niveau van 1990, dus het halen van een kwart of zelfs 40 % minder CO2 ligt niet voor de hand. Om het erger te maken is een groot deel van de recente reductie te danken aan het verminderen van de aardgasboringen in Groningen. Het aandeel van aardgas in de totale energieproductie lag tussen 2000 en 2010 stabiel op 60 %. Sinds het gedeeltelijke sluiten van Slochteren is daar een derde vanaf gehaald.
Zee en wind vs steen- en bruinkool
Hoewel er volop wordt geïnvesteerd in zee en wind, is de productie uit hernieuwbare bronnen nauwelijks toegenomen. De enige manier om de energieproductie op peil te houden, was het importeren van bruinkool. Behalve dat bruinkool net als aardgas een fossiele brandstof is en dus CO2 uitstoot, zorgt de verbranding ervan voor veel meer luchtverontreiniging dan aardgas.
Ironisch genoeg verbruikt Nederland nu 15 miljoen kilo steen- en bruinkool om energie op te wekken. Dat is meer dan in de jaren vijftig, toen de Limburgse kolenmijnen nog open waren. Minnesma: ‘Dat is heel vervelend inderdaad. Als je moet kiezen uit twee kwaden is aardgas het schonere product’.
‘Als je het echt zou willen, dan zou je de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in 2030 zo goed als opgelost kunnen hebben.’
Net als Milieudefensie pleit Urgenda niet voor het najagen van luchtkastelen. ‘Als je het echt zou willen, dan zou je de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in 2030 zo goed als opgelost kunnen hebben. We hebben een routekaart uitgebracht met technieken die nu gewoon voorhanden zijn. Elektrisch rijden, energieneutrale huizen, noem maar op. Het is een kwestie van erin durven en willen investeren. Die verandering is broodnodig voor de wereld van onze kinderen. Als een rechtszaak daaraan kan bijdragen, dan is dat de moeite waard.’