Voor een gelijke vertegenwoordiging der seksen in de politiek is veel meer nodig dan de goede bedoelingen van meneer Rutte, bepleit politicologe Julia Wouters in haar boek Zijkant van de Macht.
Door: Laila Frank | Fotografie: Marius Hille Ris Lambers
“De grote opdracht is om je te realiseren dat goede bedoelingen niet voldoende zijn voor een evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de politiek. We moeten durven inzien dat we de wereld zo hebben ingericht dat de helft van de bevolking daar nadeel van ondervindt. We hebben allemaal last van die geniepige vooroordelen die maken dat een CV van een man anders wordt beoordeeld dan die van een vrouw. Laten we dan – in plaats van vrouwen de schuld te blijven geven – de wereld zo inrichten dat zij zich er ook thuisvoelen. Ik schreef mijn boek omdat ik de mechanismen wilde begrijpen achter de lage vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek. En daarmee vrouwen én mannen wil uitnodigen naar hun eigen gedrag te kijken.”
“Kennis is macht. Als je begrijpt welk deel van het gedrag dat je als vrouw tegenkomt impliciet seksistisch is en met welke vooroordelen je te maken hebt, kan je er mee spelen. Als je begrijpt dat vrouwen op een hele andere manier beoordeeld worden dan mannen, begrijp je ook dat reacties niet persoonlijk zijn. Vrouwen hebben de neiging alles op zichzelf te betrekken. Maar het verzwakt je als je altijd op zoek blijft naar de goedkeuring van anderen. Mensen voelen dat je niet echt bent. In een tijd waarin we hunkeren naar politici die waarachtig en authentiek zijn, sta je al meteen op achterstand.”
“Impliciet seksisme vind je in vrijwel elke werkomgeving. Maar in de politiek gaat het over winnen. Het loont om de ander slimmer af te zijn, je opponent weg te zetten in een politiek debat of je naam op een motie of wetsvoorstel te krijgen. Je wordt er op afgerekend als je niet presteert. Je moet vechten en zichtbaar zijn. Dat deel van de politiek roept machogedrag op. Ik heb geleerd dat je, als je vrouwen wilt motiveren, op een andere manier moet gaan praten over het vak. Dat je een politica in spe warm maakt als het gaat over de verandering die ze kunnen brengen in plaats van over de alfarots. Niet omdat je vrouwen met fluwelen handschoenen moet behandelen maar om ze het deel van de politiek te laten zien dat mannen ze niet tonen.”
“De generatie vrouwen van Hedy d’Ancona zat in de politiek met de volle overtuiging dat ze als vrouw iets wezenlijks toevoegden: ja, ik zit hier misschien wel omdat ik een vrouw ben maar wat een mazzel hebben jullie dan hè! Dat gevoel zijn we met de introductie van de Wet Gelijke Behandeling in de jaren ’90 prompt weer kwijtgeraakt. We hebben de wet en we bedoelen het goed, luidde de gedachte. Als het vrouwen dan nog niet lukt, moet het wel aan hen liggen. Het was het einde van de zelfreflectie, het kwam immers vanzelf goed. Met die redenatie kom je anno 2018 uit bij een kabinet dat overwegend man is en bovendien volledig wit. Ik grapte vroeger al dat ik feminist tot in de kist was. Rutte bewijst hiermee mijn gelijk.”