De tijden dat we bijna geautomatiseerd een pensioen bij elkaar spaarden, zijn voorgoed voorbij. Dus als wij ‘later’ ook nog een beetje comfortabel willen leven, is het alleszins verstandig voorbereid te zijn.
Tekst: Machiel Rebergen
Zeg, waar gaat de vakantie van 2047 naartoe?
Een vraag die niemand ooit stelt. En waarom zou je ook, het is namelijk achterlijk ver weg. Toch is het geen overbodige vraag – althans niet om aan jezelf te stellen (in de kroeg komt het een beetje raar over, dat zullen we niet ontkennen). Want de kans dat er in pakweg 2047 een gat zit tussen je wensen en je budget is voor de huidige generatie niet denkbeeldig. We zzp’en erop los, of werken met onderbrekingen voor werkgevers, nemen welverdiende sabbaticals en willen intussen genieten en iets van de wereld zien. En later is, ehh, ja, later.
‘En later is, ehh, ja, later’
Helemaal niet gek, vindt financieel expert van BinckBank Ronald Veerman. “De toekomst is zo abstract dat het moeilijk is om daar in je eentje planmatig mee bezig te zijn. Ook mensen die er actief over nadenken, vinden dat moeilijk. Het is een beetje hetzelfde als met sporten: als je het alleen moet doen na een dag werken, ben je geneigd het voor je uit te schuiven. Maar als je in een clubje fietst, kun je het veel gemakkelijker opbrengen.”
Voor onze ouders en grootouders kwam dat fietsclubje netjes voorrijden; namiddagzonnetje erbij, wind in de rug, alles automatisch via het pensioenplan van de werkgever. “Dat gaat nu anders”, zegt Veerman. “Veel jonge mensen hebben gaten en breuken in hun plan, of hebben helemaal niets achter de hand. Als ze een goed pensioen willen, zullen ze zelf iets moeten regelen. Dat vergt een stuk minder discipline dan veel mensen denken: je regelt het heel makkelijk zelf. Voor een paar tientjes per maand kun je bij banken zoals BinckBank pensioenbeleggen. Vorige generaties noemden dat sparen, maar dat werd evengoed belegd. Eigenlijk gaat het dus precies zoals het al generaties gaat, alleen doe je het nu zelf.”